Rood en groen brein

Wat zijn het groene en rode brein?
Het rode en groene brein

Groen is een kleur die we kennen als iets goeds, als een sein dat je verder mag. Rood is meestal het signaal voor gevaar, stop. Maar het is niet mijn bedoeling om het groene brein als het goede brein neer te zetten en het rode als het slechte. Beide breinen heb je nodig! Het rode brein om je 'veilig' door het leven te loodsen, het groene brein om te kunnen leren en ontwikkelen. En om met gedoe om te gaan.

Hoe dat werkt leggen we kort uit hieronder. Te beginnen met het groene brein.

Het groene brein, voor al uw nieuwe ideeën en oplossingen

Het groene brein is een brein dat zich kan ontwikkelen, nieuwe verbindingen maakt en zelfs in beperkte mate nieuwe hersencellen aanmaakt. Tot het begin van onze volwassenheid gaat dat redelijk vanzelf, aangezien de biologische groei van het brein zorgt voor een natuurlijke ontwikkeling. Daarna is het niet meer vanzelfsprekend dat het brein zich ontwikkelt. Het heeft een inspirator nodig, een aanjager om zich te ontwikkelen, een ‘jij’.

Toch is het groene brein meer dan een zich ontwikkelend brein. Het is vooral een flexibel brein. Het kan nieuwe ideeën ontwikkelen, ideeën die nog niet liggen opgeslagen in het brein, en oude ideeën aanpassen. Het gaat daarbij niet alleen om ideeën, maar ook om de bijbehorende beleving, emotie en gedragingen. Oude interne overtuigingen kunnen zo een geheel nieuwe betekenis voor je krijgen. Het groene brein kan de comfortzone verlaten.

In de hersenwetenschap wordt dit de plasticiteit van het brein genoemd en uit verschillende onderzoeken komt naar voren dat die plasticiteit veel groter is dan lang werd gedacht. Een van de meest opvallende bewijzen hiervan is de vaststelling dat bij mensen die blind worden, het deel van het brein dat visuele impulsen verwerkt langzaam van functie verandert en geluid gaat verwerken.

Als je iets nieuws wilt leren, dan moet je geïnteresseerd zijn in iets wat je nog niet kent.

In de praktijk is het groene brein een zelfstandig denkend brein, dat openstaat voor de wereld om zich heen en vooral voor de dingen die zijn interesse hebben. Ideeën van buiten die interessant zijn voor het brein worden gekoppeld aan de al aanwezige ideeën en vormen zo nieuwe ideeën. Er worden letterlijk nieuwe neurale verbindingen aangemaakt. Want dat is wat ideeën zijn: neuronen die op een bepaalde manier met elkaar verbonden zijn en vanuit dat netwerk elektrische pulsen geven die invloed hebben op jouw denken, emoties en gedrag.

Een groen brein laat zich niet afleiden door ideeën of omstandigheden waar het niet in geïnteresseerd is, maar verzet zich er ook niet tegen. Ze zijn gewoon niet relevant. Een groen brein blijft zich gewoon ontwikkelen, omdat het openstaat voor ideeën die een aanvulling zijn op de al eerder opgeslagen ideeën. Het blijkt dat deze manier van functioneren ook IQ-verhogend werkt.

 

Het rode brein is er om jou ‘veilig’ door het leven te loodsen

Ons rode brein staat voor de basisfuncties van ons brein. Het is het brein waar je mee opstaat, dat altijd werkt. Je hoeft er niks voor te doen om in het rode brein te zitten, het staat altijd aan. In de loop van de evolutie heeft het rode brein zich ontwikkeld om ervoor te zorgen dat de mens zo lang mogelijk in leven blijft in een wereld vol bedreigingen. Anders gezegd: het rode brein wil je vooral veiligheid bieden.

Het brein is een geweldig ding, waarin een heel mensenleven kan worden opgeslagen. Alle ervaringen die voor ons van belang zijn, zitten erin. Het rode brein baseert zijn acties op alle informatie in ons brein, het weet welke ervaringen je beslist niet meer wilt en wat je wel of niet fijn vindt. Zo probeert het rode brein te voorkomen dat je in de problemen komt.

Het rode brein reageert automatisch, zonder dat er sprake is van nadenken. Er is een enorme stroom aan gedachten of juist helemaal niets. Het lijkt alsof je overgeleverd bent aan wat er in je hoofd gebeurt – alsof je er geen vat op hebt.

Elk probleem zoekt een oplossing

Is het je wel eens opgevallen dat leven eigenlijk bestaat uit het oplossen van problemen? Het is zo’n open deur dat we er zo aan voorbijlopen. Vanaf het moment dat je wordt geboren, zijn er vrijwel dagelijks problemen op te lossen. Ons brein is daar volledig op ingesteld en zoekt daar, op de automatische piloot, aan de lopende band oplossingen voor. Zelfs als jij iets geen probleem vindt, zoekt je brein toch naar oplossingen als het een situatie toch een probleem vindt. Jij besluit om te gaan fietsen, terwijl het eigenlijk heel koud is. Je brein besluit sneller te gaan fietsen, om minder lang last te hebben van de kou. Je doet het, zonder dat je erover hebt nagedacht.

Meestal gaat dat goed. Je brein vindt een oplossing en daarmee is het probleem opgelost. Maar wat als je brein geen oplossing vindt? Per slot van rekening zit er in je brein alleen informatie die er eerder in is op­­geslagen.

Als je brein oplossingen blijft zoeken terwijl die er niet zijn, wordt het probleem een bedreigende situatie voor je brein. Dat brein probeert dan om te gaan met iets wat niet weggaat en schiet in de overlevingsstand. Dat noem ik het stressbrein. De grootte van het probleem maakt daarbij niets uit. Het gaat erom hoe graag jij wilt (of hoe graag je brein wil) dat het probleem weggaat, ook al is het een superklein, ‘niks aan de hand’-probleem.

Geconfronteerd met een onoplosbaar probleem stopt je brein gewoon met nadenken. Het lijkt wel alsof je nadenkt, maar in feite ben je gewoon je eigen gedachten aan het herhalen. Dan eens op deze manier en dan weer op die – en weer terug. Je probeert anderen te overtuigen van jouw oplossingen en het maakt niet uit wat ze zeggen, je blijft bij jouw oplossingen, omdat het nu eenmaal jouw oplossingen zijn. Ze voelen op een rare manier vertrouwd, ook al werken ze niet echt. Maar toch, misschien ooit wel.

We noemen dit ook wel malen, piekeren, onzeker zijn, vastzitten in een vicieuze cirkel. Omdat we zoveel geweldige gedachten bezitten in ons brein, lijkt het net alsof we denken, maar dat is dus niet het geval. Als je intelligente gedachten hebt opgeslagen, dan ben je op z’n best bezig met intelligent gepieker. Maar het brengt je nog steeds nergens. Om zelf uit het gedoe te komen, heb je het groene brein nodig.

Rood en groen

Nu lijkt het misschien alsof het rode brein meer een last is dan een lust, maar dat is niet zo. Je hebt beide breinen nodig, ook het rode brein. Je rode brein is en blijft jouw trouwe partner als het gaat om je veiligheid. Die partner heeft een enorme database aan informatie om daarbij te helpen. Net als bij bibliotheken ligt er veel nuttige informatie in opgeslagen, die heel goed te gebruiken is. Het is informatie die jij eerder hebt opgeslagen, bewust of onbewust, en die voor jou relevant is. Tot die informatie heeft je rode brein heel snel toegang. In het verkeer zou het levensgevaarlijk zijn als je elke keer moet bedenken of je een situatie als wel of niet gevaarlijk moet inschatten.

Is het groene brein beter? Dat is iets wat ik geheel aan jou overlaat om te bepalen. Ik ben nog niemand tegengekomen die alleen maar groen is, wel mensen die groen zijn onzin vinden en ook mensen die het fantastisch vinden. Het gaat hierom: als je een keuze hebt, wat wil je dan? Geïnteresseerd zijn, openstaan voor nieuwe ideeën? Of kies je liever voor het rode brein?

Gedoemanagement door Frank SchurinkMeer over het rode en groene brein, en hoe je wisselt tussen de twee (inclusief de aan-uitknop!), vind je in het boek Gedoemanagement door Frank Schurink. En het komt ook uitgebreid aan bod tijdens de live events.